Inkomsten en uitgaven 2025 - Bespreking Gemeenteraad BKZ
Aanvullende belasting op de personenbelasting *
De gemeenteraad heeft besloten om de "Aanvullende belasting op de Personenbelasting (APB)" voor de aanslagjaren 2025 tot en met 2031 vast te stellen op 5 procent voor de inwoners die op 1 januari van het aanslagjaar in de gemeente wonen. Deze beslissing werd genomen met de motivering dat het financieel evenwicht van de gemeente moet worden gehandhaafd, gezien de huidige financiële situatie.
Verschillende raadsleden Groen & Co en Vooruit, hebben hun bezorgdheid geuit over de verhoging van de personenbelasting, vooral voor de inwoners van Zwijndrecht en Burcht. Raadslid Vervaet (Groen) merkte op dat de specifieke keuze voor deze belastingverhoging en het gebrek aan een duidelijk bestuursakkoord een bron van onduidelijkheid en frustratie zijn. Hij en zijn collega’s vroegen om meer transparantie over waar het geld naartoe gaat en welke concrete maatregelen en projecten de gemeente gaat uitvoeren.
Burgemeester Van de Vijver verdedigde de keuze voor de 5 procent belasting en stelde dat deze beslissing noodzakelijk was om te voorkomen dat de gemeente in financiële problemen komt. Hij benadrukte dat het bestuursakkoord in ontwikkeling is en dat het nodig is om nu al de belastingreglementen goed te keuren om aan de wettelijke verplichtingen te voldoen. Hij reageerde ook op de kritiek dat de inwoners van Zwijndrecht en Burcht het meest worden getroffen door deze verhoging. Indien overal het geldende tarief van Zwijndrecht (2,5 %) zou worden toegepast, dan zou dit een vermindering meebrengen van de subsidie van het Gemeentefonds met 1,9 miljoen euro.
Raadslid Roskam (Vlaams Belang) vroeg naar de impact van de verhoging voor gemiddelde gezinnen, waarop de burgemeester zei dat de exacte impact afhankelijk is van verschillende factoren en dat het belangrijk is om elk geval afzonderlijk te bekijken.
Uiteindelijk werd het belastingreglement goedgekeurd met 31 stemmen voor en 9 onthoudingen, wat aangeeft dat de meerderheid van de raad de verhoging steunt, ondanks de bezwaren van de oppositie.
- GR 28/01/2025, Belastingreglement Aanvullende belasting op de Personenbelasting (APB) voor de aanslagjaren 2025 tot en met 2031 (punt 5)
Belasting op de onroerende voorheffing*
Dit reglement introduceert een gedifferentieerd systeem van opcentiemen op de onroerende voorheffing, waarbij bedrijven (nijverheid) een hogere belastingdruk ondergaan dan particulieren, met als doel de financiële stabiliteit van de nieuw gefuseerde gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht te waarborgen.
Kernpunten van de discussie:
- Diversificatie van Opcentiemen:
- Raadslid Massar (Groen&Co) pleit voor een verdere differentiatie binnen de categorie particulieren, specifiek gericht op alleenstaanden en eenoudergezinnen, die het financieel zwaarder hebben dan traditionele gezinnen.
- Burgemeester Van de Vijver benadrukt dat de opcentiemen door de federale overheid worden geheven en dat er momenteel geen ruimte is voor deze specifieke differentiatie in het voorstel.
- Financiële gevolgen voor Bedrijven:
- Raadslid Roskam (Vlaams Belang) wijst op de risico's van een verhoging van de opcentiemen voor bedrijven, vooral gezien de huidige economische situatie. Hij vraagt zich af of deze verhoging bedrijven niet zou kunnen afschrikken om zich in de gemeente te vestigen.
- De burgemeester verdedigt de verhoging door te stellen dat deze beperkt is en dat er ook verlagingen zijn doorgevoerd in andere belastingcategorieën.
- Pragmatische Aanpak:
- De burgemeester legt uit dat de keuze voor de huidige opcentiemen een pragmatische oplossing is, die rekening houdt met de financiële situatie van de gemeente en de noodzaak om extra inkomsten te genereren.
- Er is een evenwicht gezocht tussen het handhaven van een redelijke belastingdruk voor zowel particulieren als bedrijven (bedrijven zijn ook geen melkkoeien), terwijl tegelijkertijd de nodige inkomsten voor de gemeente worden gewaarborgd.
- Toekomstige Aanpassingen:
- Raadslid Massar vraagt of er bereidheid is om in de toekomst te kijken naar andere belastingen en mogelijke correcties voor alleenstaanden, maar de burgemeester verwijst naar de noodzaak om het bredere sociale pakket te overzien en met een integrale benadering te werken.
Conclusie:
De gemeenteraad heeft met een meerderheid ingestemd met het voorstel voor gedifferentieerde opcentiemen op de onroerende voorheffing, waarbij de nadruk ligt op het genereren van extra inkomsten voor de gemeente, terwijl geprobeerd wordt een balans te vinden in de belastingdruk tussen verschillende categorieën belastingplichtigen. Verdere discussies over specifieke aanpassingen voor alleenstaanden en andere belastingcategorieën worden in de toekomst mogelijk overwogen, maar zijn momenteel niet op de agenda.
* GR 28/1/2025, Belastingreglement Opcentiemen op de onroerende voorheffing voor de aanslagjaren 2025 tot en met 2031 (punt 6)
Belasting op motoren*
De gemeenteraad heeft het belastingreglement voor motoren (drijfkracht) voor de aanslagjaren 2025 tot en met 2031 vastgesteld. Dit reglement houdt in dat kleinere bedrijven, met een vermogen tot 200 kilowatt, vrijgesteld worden van belasting om hen financieel te ontlasten. Burgemeester Van de Vijver bevestigde dat de gevolgen van de stopzetting van nucleaire activiteiten in Doel al zijn meegenomen in de financiële prognoses.
Er zijn zorgen over de handhaving van de belasting, met verzoeken om meer controles. De burgemeester gaf aan dat er momenteel steekproeven worden uitgevoerd in plaats van grootschalige controles. Er zijn ook opmerkingen gemaakt over de noodzaak van een ambtenaar voor controles, wat in het verleden effectief bleek te zijn.
Daarnaast werd gesproken over de impact van de belasting op nucleaire energiebedrijven, die hogere kosten met zich meebrengen voor de gemeente. Er is een nadruk op het stimuleren van groene energie door motoren van windturbines vrij te stellen van belasting.
De stemming resulteerde in 31 stemmen voor (van partijen zoals Wij Samen Sterk, N-VA, en Vlaams Belang) en 9 onthoudingen (van Groen&Co en Vooruit).
- GR 28/1/2025 Belastingreglement op motoren (drijfkracht) voor de aanslagjaren 2025 tot en met 2031(punt 8)
Belasting op risicohoudende bedrijven 2025 2031 *
Raadslid Melis-De Lamper, Vooruit, heeft dezelfde opmerking als voor de belasting op de risicovolle bedrijven. Het gemeentebestuur heeft het recht om controles uit te oefenen. Maar met de fusie is er een heel stuk Waaslandhaven bij gekomen. Ze vraagt of er voldoende personeel is om die bedrijven allemaal te controleren. Burgemeester Van de Vijver zegt dat dit in het verleden ook niet zo moeilijk was, omdat men perfect kan zien welke bedrijven er zijn en hoeveel punten (zie Puntensysteem in het Reglement) ze krijgen. Men hoeft die informatie niet van de bedrijven zelf te krijgen. Dat kan men vanuit de administratie zelf vaststellen. De tarieven waren tussen de 3000 en 20.000 euro. Men weet perfect hoeveel kubieke meters inhoud de tanks hebben. Op basis daarvan zijn er een aantal categorieën bij gekomen en kan men perfect weten hoeveel punten er aan een bedrijf worden toegekend en welke belasting daartegenover staat. Er is vermoedelijk slechts een bedrijf dat het hoogste tarief zal moeten betalen. Eén of twee bedrijven in de categorie zitten daaronder. De meeste bedrijven zitten in het tarief tussen de 3000 en 20.000 euro.
Raadslid Roskam, Vlaams Belang, heeft de cijfers zodanig geïnterpreteerd dat de inkomsten van deze belasting tot vorig jaar voor de drie gemeenten samen 2,4 miljoen euro bedroegen. Nu worden de ontvangsten geraamd op 2 miljoen euro. Dat is een vermindering van 400.000 euro. Hij vraagt waar de daling van de inkomsten vandaan komt. Zijn er minder bedrijven, of heeft men korting gekregen? Verder wil hij iedereen er toch even op attent maken dat juist door de Seveso-bedrijven het voor de gemeenten zo duur is om een goed en duur veiligheidsbeleid uit te bouwen, een goed en duur preventiebeleid uit te bouwen en een degelijke brandweerkazerne te onderhouden, die goed uitgerust is. Het zou logisch zijn dat die Seveso-bedrijven ook meer bijdragen. Bovendien zijn Seveso-bedrijven vaak internationale, chemische multinationals. Dat zijn precies de sterkste schouders in de gemeente. Die bedrijven leveren nu voor 400.000 euro minder aan inkomsten.
Burgemeester Van de Vijver geeft een toelichting. Die belasting had enerzijds betrekking op de tanks en vergaarbakken. Men heeft de vergaarbakken ( wateropslag , e.d.) eruit gehaald. Daar hoeft niet meer voor betaald te worden. Alleen de tanks worden nu gevat. In Zwijndrecht brachten die een 2 miljoen euro op. Maar dat bedrag zou afnemen omdat een aantal bedrijven in de tussentijd zijn gestopt. Die bedrijven betaalden een aanzienlijke belasting in het verleden en naar de toekomst toe zou men die inkomsten niet meer hebben. De belasting voor risicohoudende bedrijven bracht in Beveren 500.000 euro op. De twee belastingen zijn samengevoegd en daardoor zullen een aantal bedrijven in Beveren die over tanks beschikken, iets meer betalen. Als men ervoor had gekozen om het tarief van Zwijndrecht toe te passen, namelijk 4,14 euro per kubieke meter, dan waren er een aantal bedrijven die een miljoen of meer zouden gaan betalen. Bij de belasting voor risicohoudende bedrijven heeft men een enorme juridische procedures moeten voeren. Uiteindelijk heeft de gemeente dat gewonnen. Een aantal bedrijven zegt dat ze die belastingen al een keer federaal betalen. Er wordt federaal ook een belasting geheven bij Seveso-bedrijven en daarmee wordt er een Seveso-pot gecreëerd. Normaal gezien zou die pot moeten worden verdeeld onder de brandweerzones, die actief zijn in de zones waar Seveso bedrijven gevestigd zijn. Maar gezien de financiële toestand van de federale overheid, zal hier waarschijnlijk geen verbetering in komen in de toekomst. De federale regering moet de meerkosten van de brandweer en tal van andere zaken vanuit dat Seveso-fonds bekostigen. Maar men haalt er middelen uit waargvoor de Seveso-pot in feite niet gecreëerd is. Het resterend bedrag komt naar de brandweerzones om daar materiaal voor aan te kopen. Dat komt niet overeen met wat in het verleden is afgesproken. Met deze belasting zullen bedrijven in Zwijndrecht aanmerkelijk minder gaan betalen. Hij heeft vernomen dat dit bij een aantal bedrijven wel degelijk een rol heeft gespeeld in de afweging om nog verder te investeren. De belasting was immers vrij hoog. Als een bedrijf 1 miljoen euro moet betalen alleen, dan blijft dat zelfs voor een groot bedrijf een aanzienlijk bedrag .Er waren enige andere bedrijven die 700.000 of 500.000 euro moesten betalen. Als men dat doorgetrokken had naar Beveren, dan waren er veel meer bedrijven van die categorie. De belasting zal niet dalen maar eerder een stukje stijgen. De opbrengst is geraamd op 2 miljoen euro. De burgemeester verwacht dat dit op termijn zal stijgen, omdat er een aantal bedrijven aan het investeren zijn en er een aantal tanks zullen bijkomen.
De gemeente levert heel wat inspanningen om de veiligheid van de inwoners en bedrijven te verzekeren. Hiervoor moeten mensen en middelen ingezet worden om de risico's beheersbaar te houden. Deze inspanningen houden onder meer in: een beroepskazerne in de Waaslandhaven, specialisatie van personeel in diverse disciplines, het in stand houden van een psychosociaal hulpverleningsnetwerk, de inrichting en onderhoud van een gemeentelijke crisiskamer, investeringen in databanken, noodplanoefeningen, ... ed. Om de hoge standaarden inzake veiligheids- en crisisbeheer te kunnen aanhouden, is het noodzakelijk dat de risicohoudende exploitaties en bedrijven een financiële bijdrage leveren onder de vorm van een gemeentebelasting.
De verscheidenheid aan toestanden wordt opgevangen in vereenvoudigende categorieën, waarbij de grootte van het risico wordt vastgesteld op basis van een puntensysteem. Dit puntensysteem laat toe om een gedifferentieerd tarief vast te leggen en te komen tot een evenwichtige spreiding. De belasting wordt niet gevestigd op de eerste 4.000 m³ van de totale maximum capaciteit aan tanks, vergaarbakken en silo's, aangezien het wenselijk is om kleinere ondernemingen vrij te stellen van de financiële en administratieve last. Vanuit milieu- en veiligheidsoverwegingen, wordt er tevens voorzien in een vrijstelling voor de opvang van regenwater en blusmiddelen. Zo draagt de opvang van regenwater o.a. bij aan het verminderen van de belasting op het rioolstelsel en resulteert het in een duurzamer waterbeheer. De opvang en/of opslag van blusmiddelen draagt bij tot een algehele verbetering van de veiligheid in industriële gebieden en andere risicovolle omgevingen zodat branden snel kunnen worden bestreden.
Met 31 ja-stemmen (Wij Samen Sterk, N-VA, Vlaams Belang) bij 9 onthoudingen (Groen&Co, Vooruit) wordt het belastingreglement “Belasting op risicohoudende bedrijven 2025-2031” aangenomen.
- GR 28/1/2025 Belasting op risicohoudende bedrijven 2025-2031 (punt 10)
Vaststelling Eenjarig meerjarenplan 2025 (GR 25 februari 2025, punt 2)
Dit beleidsrapport van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vormt een geïntegreerd geheel en bestaat, net als het meerjarenplan voor 6 jaar, uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting. De financiële nota bevat de kredieten voor het 1ste jaar van de 1ste bestuursperiode. Omdat de tijdshorizon beperkt is tot 1 jaar, is het beleidsmatige luik beperkter van omvang.
Het eenjarig meerjarenplan 2025 is een overgangs- en technisch budget. De in het najaar van 2024 goedgekeurde budgetten 2025 van de 3 besturen zijn de basis van dit eenjarig meerjarenplan.
Dit eenjarig meerjarenplan bevat een minimale opname van nieuwe projecten en de nodige bijsturingen op fiscaal vlak. De beslissingen op vlak van belastingen en retributies genomen door de gemeenteraad van 28 januari 2025 werden geïntegreerd in dit plan. Ook eerder genomen beslissingen door het nieuwe bestuur, bijvoorbeeld de toelage tussenkomst onroerende voorheffing en restafval (gemeenteraad 14 januari 2025), werden mee verwerkt in dit plan.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen over hun deel van dit beleidsrapport. Nadat de raden zo het beleidsrapport elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.
Met 26 ja-stemmen (Wij, Samen Sterk, N-VA) tegen 6 neen-stemmen (Vlaams Belang) wordt het Eenjarig meerjarenplan 2025, deel gemeente, vastgesteld.
Het deel van het beleidsrapport, zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn, wordt goedgekeurd en hiermee wordt het Eenjarig Meerjarenplan 2025 in zijn geheel definitief vastgesteld.
Conform art. 274 Decreet Lokaal Bestuur dient ervoor gezorgd te worden dat het openbare centrum voor maatschappelijk welzijn steeds zijn financiële verplichtingen kan nakomen.
Tot zover de officiële notulen van de gemeenteraad. Van het debat over het éénjarig plan werden geen notulen gemaakt (duur: 1u 21 minuten).
Wij zullen dat dus zelf een samenvatting maken op basis van de soms slecht verstaanbare streaming van het debat.
Raadslid Stassen (Groen) merkt op dat de Beverse beleidslijn wordt doorgetrokken.
Hij raakt de beleidskeuze aan van de Gemeente Kruibeke, in de vorige legislatuur, ivm de aankoop van het gebouw Duc d’O. De gemeente had beslist daarvan een deel te kopen en daar de technische diensten in onder te brengen. Later zou dit gebouw dan verder uitgebreid worden ten behoeve van het OCMW en de administratie.
Deze beslissing komt nu in een ander perspectief te staan gezien de fusie. Hij betwist niet de aanvankelijke keuze van de vorige legislatuur in Kruibeke, maar de locatie (halverwege Kruibeke en Bazel), is niet optimaal.
Bij de begrotingsherziening in juni zal dit dossier zeker moeten geagendeerd worden om te zien wat er met de uitbreiding moet gebeuren.
Tevens wijst hij op de noodzaak om over de kern van Kruibeke grondig na te denken.
Kruibeke heeft geen echte dorpskern. Deze wordt gevormd door de Langestraat en vormt wel een probleem voor de lokale handel.
De Burgemeester stelt dat we door de fusie in een totaal nieuwe situatie terecht komen.
Het deel van de technische dienst zal uiteraard verder worden afgewerkt.
De keuze ivm de andere functies zal pas later aan de orde komen.
Lopende dossiers die in concrete uitvoering zijn worden verder afgewerkt. De dossiers , in de ontwerpfase, zullen gezamenlijk worden bekeken en op basis daarvan zullen er finale keuzen worden gemaakt.
Er werd ongeveer 53 miljoen euro ingeschreven in de begroting als investeringsuitgave, maar dit wil niet zeggen die dit bedrag ook volledig zal worden aangewend.
Door de aflossing van bepaalde leningen is er een investeringsruimte van ongeveer 13 miljoen euro (met daarnaast investeringstoelagen en de opbrengst van eventuele verkopen).
Op basis van een globale beoordeling kan men pas tot een bestuursakkoord komen.
Raadslid Massar (Groen) kondigt aan tegen te zullen stemmen op het éénjarenplan, omwille van een verschillende visie . Hij zal zich onthouden voor de OCMW begroting.
De noodzakelijke schuldafbouw is gaande, hoewel de schuldgraad/inwoner geen fetisj is. Verder stelt hij zich vragen bij de verkoop van het oud gemeentehuis. Hij suggereert dat de gemeente zelf een origineel project moet opzetten ipv het over te laten aan een projectontwikkelaar.
Voorts ziet hij ook een probleem ivm de borgstelling voor het zwembad Meerminnen.
De Burgemeester ziet geen probleem aangezien bij faillissement de gemeente dan eigenaar wordt.
Raadslid Benali (Groen) wijst eveneens op de noodzaak van schuldafbouw.
Verder pleit hij voor meer aandacht voor sociaal beleid, in het bijzonder kinderarmoede en kinderopvang.
De Burgemeester bevestigt inderdaad de positieve evolutie ivm de schuldafbouw. Toch moet men kiezen: als er geen schuld gemaakt wordt, zijn er ook geen investeringen.
Het finaliseren van een bestuursakkoord is nog niet mogelijk omwille van de complexiteit. We moeten nu eerst zicht krijgen op de exploitatiekosten om een bestuursakkoord te kunnen maken.
Raadslid Vervaet (Groen) oordeelt dat het document “omgevingsanalyse” (gevoegd bij het éénjarenplan), geen objectieve analyse is. Er worden vooraf selectief keuzen gemaakt. Zo wordt de havenuitbreiding in een positief daglicht gesteld, maar zegt men niets over de geluidshinder. Ook de statistische wijze van voorstellen maakt dat heel wat aspecten (bvb ivm ruimtelijke ordening), positief worden gewaardeerd.
Vervolgens vindt hij dat de goede praktijken van de oorspronkelijke gemeentelijke administraties moeten worden meegenomen bij de uitbouw van de fusie-administratie.
Hij ziet tot nog toe enkel een aanpassing van de Beverse structureren.
Burgemeester: er is gekozen voor de centralisatie van de gemeentelijke administratie.
Een nieuwe organisatiecultuur zal dus ontwikkeld worden. Dat moet groeien en zal meerdere legislaturen vergen. We willen geen proces maken van de functionering van de administraties in het verleden.
In overleg met de diensten moet er een nieuw arbeidsreglement tot stand komen.
Raadslid Beernaert (Groen) wil dat er een grotere klemtoon wordt gelegd op het sociaal beleid (kansarmoede, kansen voor jeugd en cultuur.
Zij signaleert de problemen ivm 2 sociale opbouwprojecten in Kruibeke.
Schepen Claus is op de hoogte van het probleem en zegt te zoeken naar extra middelen om de huidige projectmedewerkers te kunne behouden.
Raadslid Van Havere (Vooruit) voert aan dat het bestuur op blind vaart. Dit is een plik-plokbeleid. Dat blijkt o.m. uit de verschillende behandeling van event-organisatoren: de eneen krijgt 40.000 euro een andere 3000.
Vrijwilligersinitiatieven moeten worden gesteund, maar het voedselproject (in scholen) wordt alleen verdergezet in Kruibeke.
Is er wel een grondige analyse gemaakt van de aankoop van het administratief centrum in Kruibeke, of zullen we die 15 miljoen euro maar gewoon ophoesten?
De ambities van Vooruit liggen hoger. Er is sedert 13 oktober 2024 reeds een half jaar verstreken. Men had reeds duidelijke keuzen kunnen maken. Het moet beter. De mensen verwachten beleid!
Burgemeester: het is onmogelijk voor de administratie om nu al een meerjarenplan op te stellen. Daarvoor ontbreken er nog vele gegevens. De diensten zijn er volop mee bezig.
Blijkbaar heeft spreekster geen andere argumenten.
Schepen Vlegels: de zaak is niet zo simpel. Als men de aankoop concreet inschrijft in de begroting, moet die ook nog wel betaald worden.
Van Havere: dus er is geen bestuursakkoord omdat de administratie dat niet wil.
Raadslid Roskam (Vlaams belang) gaat akkoord met de huidige aanpak ivm het éénjarenplan.
Ook de Doelstellingennota kan hij grotendeels onderschrijven.
Wel moet de doelstelling om een veilige en eerlijke gemeenschap tot stand te brengen, wel aangevuld worden met de idee dat dit moet gebeuren met middelen die tegemoet komen aan de doelgroepen die het echt nodig hebben.
De schuldafbouw moet bespoedigd worden.
Toch kan er nog eens met de grote borstel worden gegaan in de subsidies, die vooral een groene en sociale insteek hebben.
Er zijn tal van versnipperde subsidies aan ontwikkelingsprojecten van de orde van 3000 euro. Men kan zich afvragen wat voor nut dit heeft.
In totaal wordt ongeveer 300.000 euro besteed aan relaties met het buitenland.
Dit brengt niets bij aan de bevolking van Beveren.
Raadslid Denert (NVA) heeft een pragmatische visie. Het éénjarenplan is nodig om de beleidskeuzen die door de vorige besturen zijn gemaakt te kunnen betalen.
Hij beschouwt zichzelf als de vader van de fusie. Hij heeft geijverd voor een fusie met Zwijndrecht om zo tot een gelijkwaardig partnerschap te komen met Beveren.
Bij het voeren van een beleid moet men meer luisteren naar de wensen van de bevolking (hij geeft het voorbeeld aan van het al dan niet vellen van een aantal bomen in Kruibeke bij een nieuwe verkaveling).
Vertrouwen in het bestuur is nodig.
Tenslotte is schuld een investering voor de gemeenschap, en hoeft dus iet noodzakelijk als negatief bestempeld.
Raadslid Stassen(Groen) betoogt nogmaals dat een bestuursakkoord de krijtlijnen van het te voeren beleid moet omvatten. Het behoeft nog geen gedetailleerde financieel -budgettaire uitwerking. Dat is ook zo gebeurd in meerder steden en gemeenten bij de coalitievorming. De begrippen bestuursakkoord en meerjarenplan mogen iet verward worden!