De nieuwe gemeenteraad geraakt op kruissnelheid.
Gemeenteraden van januari en februari bepaalden vooral het financiële kader van de gemeente, waarbij de inkomsten en uitgaven voor het huidige jaar (2025) worden vastgelegd.
Het huishoudboekje van BKZ
Eerst (januari) werden een aantal belastingreglementen aangenomen door de gemeenteraad.
In februari werd het meerjarenplan, dat nu per uitzondering - wegens de nieuwe fusie situatie - slechts voor één jaar geldt, vastgelegd (éénjarig meerjarenplan genoemd).
De kar wordt dus van bij het begin reeds, voor het paard gespannen.
In een normaal huishouden maakt men eerst een plan en vervolgens zoekt men de nodige middelen om dit plan te realiseren. Bovendien is er onder de meerderheidscoalitie nog niet eens een bestuursakkoord dat het beleid in de komende zes jaren moet sturen. Stuurloos varen !
Men heeft in januari dus een aantal belastingen gestemd zonder te weten wat men met de opbrengst gaat doen.
Eigenlijk komt het er op neer zoveel mogelijk inkomsten te genereren.
In de Gemeenteraad wordt hierover losjes gediscussieerd (ttz. De leden van de oppositie stellen beleefd vragen; de zwijgende meerderheid spreekt via één stem: die van de burgemeester; er wordt wat met bedragen geslingerd als losse flodders, zonder enige structuur). Geen discussie over de basisfilosofie van de belastingen, die nochtans duidelijk zou moeten gemotiveerd worden in de toelichting bij de belastingvoorstellen.
Zo kan men zich afvragen of de belasting op de drijfkracht (vermogen van motoren) nog wel een adequate indicator is van de economische bedrijvigheid. In academische kringen is er meer en meer sprake van “energiebelasting” die beter de kosten van de “maatschappelijke externe effecten” (en die moeten worden opgevangen worden door de gemeente) van het ondernemen, verrekent en weerspiegelt.
Ook kunnen vragen gesteld worden bij de belasting op de opslag van nucleair afval.
Deze is berekend op basis van de hoeveelheid ton splijtstoffen. Zijn de opbrengsten ervan wel voldoende om de kosten voor de tijdelijke opslag (en de daaraan verbonden risico’s en de maatschappelijke en ruimtelijke impact) , voor zover de gemeente daarin mede verantwoordelijk is, te compenseren? In de toelichting is nergens te vinden hoe men aan het belastingbedrag van 785 Euro per ton splijtstoffen komt.
Geen enkele toelichting bij deze belastingreglementen geeft een raming van de mogelijke opbrengst. Er wordt met bedragen gegoocheld maar die worden niet systematisch vermeld.
De discussie verloopt dus vaag en in het ijle.
Men stemt over belastingen zonder exact te weten hoeveel deze zullen opbrengen.
Een maand later wordt dan het zgn. eenjarig meerjarenplan aan de gemeenteraad voorgelegd, waarin dan, weliswaar te laat, de betreffende bedragen systematisch zijn vervat. Rijkelijk laat.
Dit eenjarig plan wordt voorgesteld als een technische begroting die in feite een optelling is van de goedgekeurde bedragen in 2024 door de oorspronkelijke gemeenteraden en waarin nog geen nieuwe politieke keuzen zijn gemaakt door het nieuw-samengestelde gemeentebestuur.
Een interessant document gevoegd bij het meerjarenplan is de doelstellingennota en de omgevingsanalyse, die een sociologische schets maakt van de nieuwe gemeente.
Er werden 4 doelstellingen geformuleerd:
1. Een fusie realiseren die leidt tot een efficiënter en krachtiger bestuur.
2. Een hoogwaardig, nabij, toegankelijk en klantgericht dienstenaanbod creëren.
3. Een zorgzame en inclusieve gemeenschap bevorderen waarin iedereen de kans krijgt op een waardig leven.
4. De ontwikkeling en het onderhoud van duurzame, veilige en toekomstbestendige infrastructuur.
Aangezien 2025 cruciaal is voor het leggen van de fundamenten van de nieuwe gemeente, werd doelstelling 1 rond de verdere uitbouw van onze organisatie aangeduid als prioritaire doelstelling.
Doelstellingen en middelen worden hier toch met elkaar verward. Een fusie is geen doel op zich, hoogstens een middel om de hoofddoelstelling van gemeentebeleid te realiseren, nl. Welzijn en welvaart bevorderen.
De vermelde taakstellingen “acties”, lijken eerder op “cherry-picking” (plukken van het laaghangend fruit).De doelstellingenboom en de geplande acties zijn zo algemeen dat zij voor alle gemeenten kunnen gelden.
Een belangrijke specifieke taak voor een fusiegemeente is echter een inhaalbeweging te maken in de nieuwe deelgemeenten en de relatieve achterstand inzake sociale infrastructuur weg te werken. Dat is toch het belangrijkste om een draagvlak voor de fusie te creëren. …….
Daarom moeten in de eerste plaats de beleidsvoorbereidende initiatieven uitgebreid worden naar de nieuwe deelgemeenten (o.m. woningbehoeftestudie; dialoogtafels (2024) ivm ruimtelijke ordening (wat gebeurt er overigens met de resultaten ervan in Beveren? Of was dat slechts een voorspel van de verkiezingscampagne? ) e.d. De nadruk ligt nu vooral op de administratieve coördinatie en harmonisering van de drie oorspronkelijke gemeentelijke administraties (procesoptimalisatie: harmonisatie van de procedures en werkwijzen).